Terug

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tevreden

Gisteren feest gehad van een tante en oom in Vinkeveen. Voor mij niet naast de deur, maar ik reed er met plezier naartoe, want het beloofde een leuk feest te worden en dat werd het ook. We werden aangenaam beziggehouden, van hapjes en drankjes voorzien en kregen ten slotte nog een fantastisch diner voorgeschoteld. Bijgepraat met nichtjes, kennis gemaakt met anderen en genoten van het goede weer.

Veel geleerd, veel gezien en jeugdherinneringen opgehaald, want mijn grootouders woonden ook in Vinkeveen. De ark waar ze eerst woonden, was er niet meer, het zwembad waar mijn moeder had leren zwemmen, was er niet meer, de slagerij waar mijn tante vlees moest halen was nu een ijssalon en de ruimte die er vroeger was, was er ook niet meer. Volgebouwd en volgestouwd. Het enige parkeerplekje dat we vonden bleek niet voor ons te zijn, want toen we weer wegwilden, had iemand ons met een auto geblokkeerd. Gezocht naar de eigenaar en zo geheel per ongeluk terechtgekomen in misschien wel het mooiste stukje van Vinkeveen. Een eilandje tussen de lage woningen in. Indrukwekkend mooi.

Gezelligheid kent geen tijd. Een cliché, maar het werd gisteren wel bewaarheid. Pas om elf uur 's avonds zat ik weer in de auto. "Ga je nog helemaal naar huis?" vroegen er verschillenden. Ik wel. Ik heb geen hekel aan autorijden. En... ik houd van mijn huisje, van mijn eigen plekje. Het was een heerlijke dag, maar naar huis gaan is voor mij ook altijd weer heerlijk. Op weg naar waar ik me zo op mijn gemak voel. Helaas was het erg donker. Normaal kan ik genieten van de uitzichten, de weilanden, de koeien. Vooral als ik in de Randstad geweest ben en op brede autowegen heb gereden. Dan geniet ik van de rust in het noorden. Die rust was er wel. Weinig verkeer, maar ik zag niets en eigenlijk vond ik dat erg jammer. Net of ik niet naar huis reed.

Toen zag ik vreemde, witte, verlichte flarden langs de weg. Eerst dacht ik dat de vermoeidheid toesloeg, maar ik voelde dat dat niet zo was. Een paar minuten later zag ik ze weer. Waren dit nou de beroemde witte wieven uit Groningen al reed ik nog in Friesland? Mysterieuze luchtgeesten. Waren witte wijven verlicht? Het fenomeen herhaalde zich nog een paar maal. Ik vergat dat ik het uitzicht en het gevoel van thuiskomen miste. Maar thuiskomen deed ik wel. En daar, in het pikkedonker, zag ik het verschijnsel opnieuw. Vlak boven mijn huis. Witte, verlichte flarden die door de lucht heen schoten. Het noorderlicht? Dat had ik ooit gezien in Noorwegen. Ook in september. Zou het kunnen? Gespannen wachtte ik af en ze kwamen terug en terug. Witte, verlichte flarden jagend over mijn hoofd. Wat het was? Geen idee. Maar ik was thuis! Thuis op het stekkie waar ik zo van hou en al zag ik niets van de weidsheid om me heen, boven me werd de lucht verlicht en ik was intens tevreden.

 

9 september 2007

 

 

Terug