Terug

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bezorgd

Vroeger zag je ze met tientallen, soms zelfs honderden op een rij, maar dat beeld is langzaam maar zeker uit ons landschap verdwenen. Alleen in Noorwegen zie je ze nog wel eens, waar het blijkbaar gemakkelijker is de telefoondraden óver de bergen te trekken dan er dwars doorheen. Zwaluwen, bedoel ik. Die het juist heerlijk vonden om met vele zij-aan-zij op die draden te zitten kwetteren, terwijl ons gekwetter erdoorheen vervoerd werd. Ik had me dat niet zo gerealiseerd. Zwaluwen zie ik nog genoeg. Vooral de boerenzwaluw vliegt hier luidruchtig door de lucht – en niet in zijn/haar eentje. Dat moet ook niet, want één zwaluw maakt immers geen zomer...

Maar zittende zwaluwen, die heb ik al in geen jaren meer gezien. Dat drong vanmiddag pas tot me door toen ik tussen wat struikgewas door een paar witte borstjes zag schemeren. Snel de verrekijker gepakt. Tja, wie doet dat niet in zo’n geval? En daar zag ik ze zitten. Vijf jonge boerenzwaluwen, neergestreken op een draad die de buren van paal naar paal naar paal gespannen hadden om hun schapen er binnen te houden. De ouders vlogen af en aan en voedden ze in hun vlucht. Ik keek mijn ogen uit naar dit staaltje van kunst- en vliegwerk, maar voelde me opeens ernstig bezorgd. Als babyzwaluwen op zo’n draad gaan zitten, dan zit dat in hun genen. Dan ‘moeten’ ze dat vanuit hun binnenste. Zo automatisch als ze hun snaveltjes wagenwijd openen als vader of moeder eraan komt vliegen, zo automatisch kiezen hun voetjes voor een draad als houvast. En draden, die zijn er niet meer. Dus waar moeten ze heen? Waar hebben ze de afgelopen jaren, sinds wij de telefoonleidingen in de grond leggen, gezeten? De techniek staat voor niets, maar de zwaluwen zijn door al die ondergrondse en draadloze telefonie hun eigen, hoge plekje mooi kwijt!

Het was altijd een prachtig gezicht, tientallen zwaluwen op een rijtje. Het is jammer dat we dat hier nooit meer zien, maar voor de zwaluw lijkt het me nog jammerder. Ik vraag me af of ze in de loop der jaren andere pootjes hebben gekregen? Pootjes om mee op takken of daken te zitten. Maar dat lijkt niet zo. Anders zaten deze babyzwaluwen niet op die draad, toch? Ze hebben nog steeds die behoefte! Een behoefte waaraan niet meer kan worden voldaan door onze moderne telefonie. Even zou ik de vooruitgang terug willen draaien. Tot ik me realiseer dat de telefoon pas sinds 1876 bestaat. Waar zaten ze vóór dat jaar eigenlijk op? Toen er in ons land nog geen telefoonpaal en telefoondraad te vinden was? Dus waarschijnlijk maak ik me zorgen om niets. Ze redden zich vroeger – ze redden zich nu zeker nog. Dat bewijst immers wel de drukte in de lucht van al die zwaluwen op zoek naar insecten. Nee, het enige waar ik me misschien bezorgd om moet maken dat is het spreekwoord, want zelfs honderden zwaluwen maken hier nog geen zomer. Het regent namelijk al dagen bijna onophoudelijk.

 

29 juni 2007

 

 

Terug